Columns

Onbestemd ongemak

ACHTER DE GERANIUMS…

Sinds de geraniums in bloei staan wandel ik vaker. Het is niet echt mijn hobby, maar voor lijf en leden is het natuurlijk prima. Ik kom regelmatig wandelaars tegen. Zij stralen rust uit en zijn altijd vriendelijk.

Zo trof ik een dorpsgenote al twee keer. De eerste keer, begin december, groetten we elkaar. Weer thuis dacht ik bij mezelf, waarom heb ik niet gevraagd hoe het met haar man gaat. Ik wist dat hij ernstig ziek was. Bovendien ken ik ze beide goed van vroeger. Met haar zat ik op de kleuterschool, als boertje en boerinnetje traden we op voor Sinterklaas. We zaten in dezelfde klas van de lagere school en fietsten daarna ontelbare keren samen naar het Thijcollege. Met hem vierde ik, eind vorige eeuw, mijn eerste en enige kampioenschap op de groene grasmat. RSC 6 was in die tijd onverslaanbaar.

Terug naar mijn vraag. Het was geen onwil, maar eerder verlegenheid dat ik niet informeerde. We hadden elkaar lange tijd niet gesproken en het voelde daarom ongemakkelijk.

Gelukkig kwam er een herkansing. We kwamen elkaar weer tegen. Ik aarzelde dit keer niet. “Hoe gaat het met hem?”, vroeg ik. “Het gaat”, antwoordde ze, “hij is nu plinten aan het schilderen, hij doet kleine klusjes maar is snel moe.” Het was een mooi gesprek. Bij ons eerste treffen was er iets van onbestemd ongemak.

Afgelopen week is hij overleden. Te vroeg. We komen elkaar vast wel weer tegen. Dan zal ik vragen hoe het met haar gaat. Geen twijfel meer.

Peters Pen