Algemeen
Burgemeester John Joosten herbenoemd voor nieuwe ambtstermijn
'Zoveel ambities, daar heb ik nog wel 6 jaar voor nodig'
Burgemeester John Joosten wordt op 9 januari herbenoemd als burgemeester van Dinkelland. Het zal zijn laatste termijn als burgemeester van Dinkelland zijn. “Mijn bedoeling is zeker om de periode vol te maken. Ik heb de tijd nodig om nog wat ambities te volmaken,” aldus de burgemeester die zich definitief in Dinkelland gesetteld heeft.
Op 9 januari 2018 werd u officieel geïnstalleerd als burgemeester van Dinkelland.
Hoe kijkt u daarop terug?
“Het was een dag waarop mijn gezin en ik met een gevoel van vrolijke spanning deze kant op kwamen. De bode haalde ons op en onderweg, op de Kuiperberg, werden we volgens het aloude gebruik ‘gemeut’. Zo werd ons officieel toegang verleend tot de gemeente. Het meuten was een zeer gastvrij gebaar en we voelden ons meteen thuis.”
Voelt u zich hier nog altijd welkom?
“Dat gevoel is niet meer weggegaan. Dat komt door de inwoners. Hoe mijn vrouw en ik in het leven staan en de mensen hier, dat past bij elkaar. De cultuur is een combinatie van nuchterheid en een bourgondische inborst. Dat sluit helemaal aan bij waar wij vandaan komen. Limburg en Noordoost-Twente, dat past. Ik zeg bewust Noordoost-Twente en geen Twente, want dit is een eigen stuk Twente. Een katholieke enclave tussen het protestantse – of eigenlijk het neutrale – Twente dat daardoor eigen tradities en gewoonten kent.”
Op 9 januari wordt u herbenoemd voor een periode van 6 jaar.
“Langer kan niet vanwege mijn leeftijd. Burgemeesters mogen niet ouder zijn dan 70 jaar. Ik ben vast van plan om de komende periode in Dinkelland vol te maken. Mits mijn gezondheid het toelaat en ik me dan nog zo goed en wel voel als nu, blijf ik jullie burgemeester. Het is de meest gevarieerde baan die ik ooit heb gehad. Serieus werk, maar ook leuk. Ik heb bovendien ambities waar ik die 6 jaar wel voor nodig heb.”
Wat waardeert u zo aan Dinkelland?
“We hebben een fantastische gemeente met een mooi buitengebied en leuke kernen. Telkens als ik ben weggeweest, vind ik het aangenaam om weer ‘mijn eigen’ gemeente in te rijden. Ook de ritjes van dorp tot dorp zijn leuk; ik zit altijd met plezier in de auto. Ik ga ook regelmatig op de fiets hoor. Of het buitengebied in; honden mee. Zo’n mooi buitengebied als hier is uniek.
Het is voor ons inwoners van Dinkelland allemaal heel gewoon, maar we mogen ons heel gelukkig prijzen. Je ziet past hoe bijzonder het is als je weer terugkomt.
Soms kom ik weer op plekken waar ik vroeger heb gewoond. Die zijn zo druk, zo bebouwd. Dan ben ik heel blij dat ik daar weer weg kan.”
De sfeer in het gemeentehuis was niet zo positief tijdens uw benoeming.
“Ik werd benoemd tot burgemeester na een turbulente periode. Hoewel het ergste was geluwd, was het nog steeds een fragiele situatie. Tijdens mijn sollicitatieprocedure werden twee wethouders weggestuurd, een stapte op. Toen werd de procedure opgeschort. Ik had kunnen bedanken voor de baan, maar het motiveerde mij juist om door te gaan.
De situatie is inmiddels heel anders. Er is een gemeenteraad die met elkaar omgaat zoals het hoort en de samenwerking met het college verloopt op de juiste manier. Dat was een van mijn ambities toen ik hier startte als burgemeester. Maar dat is niet alleen aan mij toe te schrijven. De raadsleden zelf hebben hierbij hun verantwoordelijkheid genomen. Ik merk dat inwoners positief reageren nu ze zien dat het politieke klimaat rustig is.”
Voordat u burgemeester werd, was u werkzaam in het bedrijfsleven. Wat was uw drijfveer om op de burgemeestersfunctie te solliciteren?
“Ik ben ooit gemotiveerd gaan zoeken naar een functie in het openbaar bestuur omdat ik meningen heb over hoe de overheid zou moeten werken. Ik was ook wel eens een boze burger, net als iedereen. Het burgermeesterschap past bij mijn ambitie om de werking van de overheid op een goede manier te laten verlopen; als burgemeester kan ik acteren op alle niveaus. En dan kom je hier terecht.”
‘Het is mijn ambitie om de werking van overheden goed te laten verlopen’
Kunt u die drijfveer kwijt in Dinkelland?
“Dinkelland heeft nog een aantal stappen te zetten in samenlevingsgericht werken. Dat klinkt misschien negatief voor de organisatie, maar ik bedoel het ambitieus.
Ik zal het uitleggen. De rijksoverheid probeert alles te doen met regels, regels, regels. Regels zijn er voor de brood- nodige zekerheid, om risico’s te vermijden en om iedereen gelijk te laten zijn. Maar inwoners zijn niet standaard. Daarom leiden algemene regels altijd tot ontevredenheid.
Overal maatwerk op toepassen kan ook niet, maar meer maatwerk wel. Zeker op gemeentelijk niveau. Regels zijn wat mij betreft rechtmátig, maar dat wil niet zeggen dat ze rechtváárdig zijn. Ik ben altijd op zoek naar een manier waarop inwoners zich op een rechtvaardige manier benaderd voelen. Laten we niet alles dichttimmeren met regels, modellen en dergelijke. Laten we vooral samenlevingsgericht werken.”
In hoeverre komt u op voor het belang van plattelandsgemeenten?
“Iedereen heeft recht op een bepaald niveau van voorzieningen. Dan blijft de leefbaarheid overal op niveau en niet alleen in dichtbevolkt, stedelijk gebied. Wij hebben bijvoorbeeld net zoveel recht op een busverbinding als stedelingen, ook als die bus niet altijd vol zit.
Een belangrijk rapport dat hierover bericht, is het rapport Elke Regio Telt. Ik was blij met het verschijnen ervan. Het geeft het belang van de regio weer. Op basis van het rapport wordt nu een kansenagenda geschreven door Twente Board en de veertien Twentse gemeenten. Ook probeer ik nog via een landelijke stichting op bestuurlijk niveau het belang van de regio te benadrukken.
Zie je, ik heb nog ambities. Genoeg.”
Waar komt uw organisatiefilosofie vandaan?
“Voor een deel bij mijn studie bedrijfskunde, maar ik heb ook bij grote organisaties leidinggevende functies gehad. Die filosofie is best ver doorgevoerd in de organisatie Noaberkracht. Het is een platte organisatie die grotendeels zelf-organiserend is. Medewerkers hebben hier veel eigen verantwoordelijkheid. We spreken mensen aan op wat ze moeten leveren en we stellen er kaders voor maar ze delen hun eigen werkzaamheden in. Geen prikklokken wat mij betreft, als ze hun werk maar goed afleveren. Die werkwijze werkt hier bijzonder goed.”
‘Prestaties worden niet geleverd door chagrijnige organisaties’
Klinkt serieus, maar u staat bekend als een vrolijk persoon.
“Je moet zorgen dat je serieus werk levert, maar met plezier. Hoe meer je lacht, hoe beter je presteert. Prestaties worden niet geleverd door chagrijnige mensen en organisaties.”
Toch liep niet alles gestroomlijnd de laatste 6 jaar.
“We hebben de afgelopen 6 jaar op een aantal punten ook stilstand gehad. De twee coronajaren zie ik als een zwart gat in de geschiedenis. Ook hebben we daardoor maar beperkt kunnen werken aan de doorontwikkeling van Noaberkracht – de bestuurlijke samenwerking tussen Dinkelland en Tubbergen. Noaberkracht doet het heel goed, maar we hebben nog wel wat uitdagingen.”
Was de coronaperiode lastig voor u als burgemeester?
“En of. De lintjesregen bijvoorbeeld. Koninklijke onderscheidingen mochten niet uitgereikt worden in een groepsbijeenkomst. Maar om de gedecoreerden nou per telefoon te gaan vertellen dat ze de onderscheiding een half jaar later zouden krijgen? Daar was weinig feestelijks aan. Dat was voor niemand leuk.
Ik besloot de gedecoreerden te bezoeken met een afbeelding van de onderscheiding en de heugelijke mededeling dat het lintje op ze wachtte. Op ruime afstand natuurlijk, maar wel persoonlijk. Dat mocht van het kapittel in Den Haag ook niet, maar hé, zij kunnen mij niet verbieden om mijn inwoners te bezoeken.
En zo werd de lintjesregen toch een mooi voorbeeld van hoe je iets op een veilige manier kon doen, zonder rigide regels.”
U wilt de verantwoordelijkheid voor zulke dingen wel?
“Geef me die maar. Ik gebruik graag het woord ‘de bedoeling’. Overal zit een bedoeling achter, achter wetten bijvoorbeeld. Als je vanuit de bedoeling werkt en denkt, dan zit je in de leefwereld van mensen in plaats van in een systeemwereld. De systemen schrijven alles voor, maar dat is niet zoals ik wil leven en werken. Ik werk in de leefwereld.
Uw telefoonnummer is gewoon publiek. Is dat een bewuste keuze?
“Er zijn collega’s die het niet doen, maar die van mij is publiek en ik heb bepaald geen ingewikkeld e-mailadres. Gelukkig wordt er niet teveel misbruik van gemaakt. Als ik daardoor niet tot mijn werk zou komen, zou ik het moeten afschermen, maar dat is niet mijn stijl. Ik vind het prima als iemand me op straat aanspreekt. Zelfs als iemand me bij mijn voornaam noemt, vind ik dat best. Tegenwoordig krijg ik soms zelfs dm’s op facebook. Of dat vooral gemopper bevat? Nee, dat valt mee. Vaak worden kleine dingen gemeld, of mensen hebben een vraag.”
Toch wordt er wel gemopperd.
“In brede zin merk ik dat mensen zich zorgen maken over landelijk beleid, koopkracht, energierekeningen, verkiezingsuitslagen. Dat zijn terechte klachten en zorgen. De rijksoverheid moet eens wat vaker in de spiegel kijken: doen we het wel goed, zit er consistentie in het beleid, zijn er misschien uitspraken die dwingend overkomen? Die zorgen zijn echter vooral landelijk, niet lokaal.
Toch is er ook lokale weerstand. Dat gaat in Dinkelland momenteel over twee dossiers: het windmolenbeleid en het vluchtelingenvraagstuk. In beide gevallen komen de meeste reacties op de locatiekeuzes van die twee. Wat betreft het vluchtelingenvraagstuk: we weten het nog niet exact maar er komt sowieso een opvanglocatie.
Hoe fel de reacties daarop kunnen zijn, heb ik al gemerkt. Ik heb zelfs aangifte van bedreiging moeten doen. Dus ja, ik verwacht nog wat weerstand. Maar ik heb ook gemerkt dat de weerstand vooral van een minderheidsgroep komt die zich sterk manifesteert. En excessen mag je nooit vertalen naar generiek. Ik merk dat het overgrote deel van onze inwoners snapt dat er iets moet gebeuren en dat wij als gemeente onze verantwoordelijkheid hierin moeten nemen.”
Hoe kijkt u terug op de landelijke verkiezingen?
“Als verkiezingen met een hoge opkomst en een duidelijke uitslag. Dat had ik wel gedacht; ik merkte dat het borrelde. Dat was in maart al tijdens de Provinciale Statenverkiezingen, toen werd echt duidelijk wat er leefde onder de mensen. Al die proteststemmen waren een paar maanden later echt niet weggeëbd. Ze gingen van de BBB naar het NSC van Omtzigt, dat wel, maar het gebeurde vanuit dezelfde motivatie. Ik snap dat. Kijk in de spiegel, zeg ik tegen de landelijke partijen, ongeacht of jullie je in het linker of rechter spectrum bevinden.”
Naast alle politieke thema’s bevat uw baan ook een sociale tak. Geen regio waar zoveel tradities zijn als hier.
“Het kenmerk van deze regio is dat saamhorigheid en noaberschap bijdragen aan een gelukkiger leven.
Dat zie je in de kleine kernen het duidelijkst. Op eigen kracht weten de burgers veel te realiseren en samen zorgen ze dat de leefbaarheid in tact blijf en de tradities in ere. Ze verwachten dat de gemeente daarin ondersteunend is en dat proberen we te doen, zover dat kan.
‘Tradities zijn er om te koesteren, of ze nou nieuw of eeuwenoud zijn’
Tradities zorgen voor een bepaalde cultuur en identiteit. Het geeft houvast in het leven en maakt dat inwoners zich thuis voelen, er bij horen. Als tradities zouden verdwijnen, zou het wel heel afstandelijk worden. Tradities moet je waarderen, koesteren en in stand houden.
Dat ze in de loop van de tijd veranderen, is ook een gegeven. Zoals ze nu gebeuren, gaat het toch anders dan 100 jaar geleden. Behalve paasvuren misschien, die gaan al eeuwen mee. Maar Abrahams en Sarahs zetten we in de vorige eeuw nog niet. En een halve al helemaal niet. Het is bepaald geen oude traditie, maar wel een van belang.”
Scharen we carnaval ook onder de tradities?
“Zeker. Een heel leuke traditie. Ik ben met carnaval opgegroeid. Het carnaval in Noordoost-Twente heeft veel overeenkomsten met het Limburgse carnaval. Hoewel er ook verschillen zijn, zijn de intensiteit, de bedoeling en de beleving hetzelfde.
Als ik hier gala’s bezoek – en dat zijn er nog al wat – ben ik officieel in functie maar ik zit er bepaald niet voor straf. Ik geniet van de creativiteit en de humor. Het is elke keer weer een avond theater.”
Sommige tradities brengen risico’s met zich mee. Nooit bang dat het misgaat met de melkbus?
“Ik beheer de portefeuille openbare orde en veiligheid. Openbare orde is hier in een plattelandsgemeente heel anders dan in de grotere steden aangezien hier geen betaalde voetbalclubs, groepen ruziënde jongeren of grote demonstraties zijn, maar toch: als er een ramp gebeurt, ben ik aan de lat om alles te regelen.
Hier geldt vooral dat we proberen te voorkomen in plaats van te repareren. Dan gaat het om zaken als drugslabs en hennepkwekerijen in het buitengebied.
En wat betreft de melkbussen: ik geloof ook in een stuk eigen verantwoordelijkheid. Ik zie bijvoorbeeld bij het carbidschieten dat onze inwoners dit zelf zo veilig mogelijk organiseren, voor henzelf en alle toeschouwers.
Belangrijk voor mijn portefeuille is de weerbaarheid van de eigen organisatie en inwoners wat betreft cybercriminaliteit. Het is zaak om de kennis van inwoners hierover te vergroten en om tegelijk de eigen organisatie en politiek te beschermen.
Of het nou over gemeente-hacks of om IBAN-checks gaat, we zijn veilig bezig hier. Maar we worden de hele dag aangevallen, wel honderden keren. Wij allemaal. Ik ben er daarom voortdurend mee bezig en met het thema veiligheid sowieso. Want van verwarde personen tot cybercriminaliteit aan toe: als burgemeester en portefeuillehouder openbare orde en veiligheid ben ik verantwoordelijk. Het is geen schering en inslag, maar wat landelijk gebeurt, gebeurt hier ook, hoewel op andere schaal.”
Als u geen burgemeester was geworden, wat was u dan?
“Dan was ik doorgegaan op mijn pad in het bedrijfsleven, als leidinggevende of adviseur. Als scholier moet je al zo jong een keus maken en ik koos voor bedrijfskunde. Ik had andere keuzes kunnen maken met de kennis van nu, maar ik heb absoluut nergens spijt van.
Hoewel? Van een ding wel. Dat ik niet ben gaan reizen. Ik had moet gaan backpacken toen ik jong was. Mijn kinderen hebben mijn advies wel ter harte genomen en zijn de wereld rondgegaan. Ik heb uiteindelijk veel van de wereld gezien via mijn werk, maar dat is toch anders.”
‘Tekentafellogica past nooit bij de realiteit’
Is burgemeester het goede beroep gebleken?
“Ik ben altijd al politiek geïnteresseerd geweest. In de loop der jaren ontwikkelde ik een duidelijke mening over de werkwijze van overheden. Daar werd ik steeds actiever in. Eerst als afdelingsvoorzitter van de partij, toen als adviseur van Tweede Kamerleden, daarna als fractievoorzitter van de Provinciale Staten en uiteindelijk als burgemeester.